Wat is internationalisering? Er is sprake van internationalisering als je kennis opdoet in of over het buitenland. Als je in contact raakt met het buitenland, krijg je vanuit het buitenland ook steeds meer concurrentie. Je leert dan van en met elkaar (Encyclo, 2019). Wanneer je samenwerkt met een school uit het buitenland leer je veel over andere culturen, gewoonten en wat belangrijk is in deze globaliserende en multiculturele samenleving. Een uitwisseling kan virtueel of fysiek zijn. Bij een fysieke uitwisseling kun je jezelf professionaliseren. Het kan voor het hele onderwijs waardevolle informatie opleveren en bruikbare oplossingen bieden voor problemen waar scholen mee worstelen (Nuffic, 2017). Wat versta ik onder internationalisering in het PO? Onder internationalisering in het PO versta ik alles wat een school doet om informatie op te doen van andere landen. Dit kan door een Skype gesprek, het sturen van brieven of een andere uitwisseling. Tijdens deze minor en op stage in Nederland merk ik hoe belangrijk het is om het een en ander te leren van andere landen. Tegenwoordig is het steeds makkelijker om contact te zoeken met het buitenland, omdat er meer (elektronische) hulpmiddelen zijn. Binnen internationalisering in het basisonderwijs bestaan 4 domeinen: 1. Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) Kennis van vreemde talen is een basisvoorwaarde om goed en effectief om te gaan met andere culturen. Scholen die eerder een vreemde taal aanbieden dan wettelijk is verlicht, worden vvto-scholen genoemd. Het beste voorbeeld van een vreemde taal is het Engels. De beheersing van de Engelse taal is van groot belang om te communiceren en te werken in een internationale context. Het geeft leerlingen vertrouwen om zich thuis te voelen in de samenleving waarin Engels de tweede taal van steeds meer mensen is. Vandaar dat de meeste scholen dan ook voor Engels kiezen als vreemde taal en starten daar al vroeg mee. Engels is overigens ook de enige vreemde taal die in Nederland verplicht op het programma staat. Aarts & Ronde (2006) benoemen de voor- en nadelen van vervroegd Engels in het basisonderwijs. De resultaten zijn erg goed, maar nadelen zijn het vaardigheidsniveau in Engels van docenten, de beperkte tijd die aan het Engels besteed kan worden en het continue moeten aanpassen van het lesprogramma aan het niveau van de kinderen. Goorhuis-Brouwer & de Bot (z.d.) beschrijven dat hoe eerder de leerlingen Engels aangeboden krijgen in het basisonderwijs, hoe makkelijker ze het oppakken. Het blijkt als leerlingen Engels intentioneel aangeboden krijgen, dat ze op vroege leeftijd beter Engels praten dan leeftijdsgenoten die het incidenteel aangeboden krijgen. Sommige scholen kiezen ervoor om Frans, Duits of Spaans aan te bieden. Voor onze grensregio Venlo is Duits natuurlijk een logische optie. In 2014 is er een start gemaakt met tweetalig primair onderwijs. Hierbij wordt 30-50% van het onderwijs in het Engels aangeboden, terwijl dit normaal maar maximaal 15% van de lestijd mag zijn. 2. Internationaal georiënteerde leerinhouden Internationaal georiënteerde leerinhouden zijn methodes waarbij internationalisering geïntegreerd is in andere vakinhouden. Er is op internet een groot aanbod van thematische lespakketten, leskisten en handreikingen voor projecten op het gebied van internationalisering. Met je school kun je ook meedoen met verschillende ontwikkelingsprojecten. 3. Uitwisseling over de grens Hieronder vallen zowel virtuele vormen van uitwisseling als fysieke vormen van uitwisseling. De bekendste vorm van virtuele uitwisseling is eTwinning, waarbij scholen een-op-een contact maken met een school in het buitenland. Daarnaast is er fysieke uitwisseling van leerkrachten of van leerlingen. Uitwisseling biedt zowel leerlingen als leerkrachten de kans om in contact te komen met een school in het buitenland. Door samen te werken met een school uit een ander land kun je veel leren. Je leert over andere culturen en gewoonten, essentieel in deze globaliserende en multiculturele samenleving. Dit kan dan weer gekoppeld worden aan burgerschapsonderwijs volgens de juiste kerndoelen. Om zelf meer te weten te komen over hoe Surinamers over Nederland denken, ben ik samen met Marlou in gesprek gegaan met mijn mentor Harold. Hij heeft gewoond en les gegeven in Nederland. Nu is hij weer een aantal jaren terug in Suriname. Het interview is te lezen en te bekijken in de tweede blog van internationalisering in het PO. 4. Internationale beleidsontwikkelingen Dit onderwerp speelt voornamelijk op bestuurlijk niveau in het onderwijs. De beleidsontwikkelingen die van belang zijn bij het organiseren van internationaliseringsactiviteiten zijn vooral de beschikbaarheid van subsidies. (van Middelkoop & Hogenstijn, 2016) Hoe zie ik deze 4 domeinen terug in de praktijk 1. Op Nederlandse stagescholen zie ik terug dat er aan het Engels gewerkt wordt in het basisonderwijs. In kleutergroepen en de lagere groepen wordt dit vaak aangeboden door middel van spelletjes of liedjes. In de bovenbouw wordt Engels aangeboden door middel van methodes. Hier in Suriname doen ze niks aan vreemde talen onderwijs. Engels staat formatief op het programma en komt niet vaak aan bod. Leerkrachten geven aan dat dit pas op de MULO (middelbare school) gegeven wordt. De thuistaal van Surinamers is Sranantongo. Ook dit wordt op de basisschool niet gegeven, maar wordt de kinderen van thuis uit aangeleerd. Sranantongo wordt niet aangeboden, omdat ze Nederlands als belangrijkste taal beschouwen. Op de basisschool was het niet mogelijk om een les in het Engels of Sranantongo te geven. Om mezelf toch te ontwikkelen op het gebied van vreemde talen, heb ik ervoor gekozen om mezelf Sranantongo aan te leren. Via een boekje heb ik woorden geleerd die in het dagelijks leven terugkomen. Zo kan ik me beter en makkelijker verstaanbaar maken tegenover Surinamers die geen Nederlands spreken. Dit komt vooral voor tijdens tripjes in het binnenland. 2. In Nederland zijn er een aantal ontwikkelingsprojecten gaande op basisscholen. Denk aan projecten als Edukans en verschillende inzamelingsacties voor andere landen. Hier in Suriname zie ik dit niet terug, omdat ze weinig schoolmaterialen beschikbaar zijn. Deze materialen worden in Nederland verzameld door basisscholen en vervolgens naar Suriname en andere landen gestuurd. 3. Op dit moment ben ik veel bezig met het derde domein ‘uitwisseling over de grens’, omdat ik nu in het buitenland stage loop. Ik heb samen met Marlou een filmpje gemaakt en dit uitgewisseld met Nederlandse studenten. Op dit filmpje leren de Surinaamse leerlingen een typische Surinaamse dans aan de Nederlandse studenten. Zo kun je via filmpjes of internet veel uitwisselen met kinderen in andere landen. Ook ben ik bezig geweest met een vlog voor Nederland en Suriname. In afstemming met basisschool de Dobbelsteen in Sevenum en de Gijsbertusschool hebben de leerlingen een vlog opgenomen, zodat deze uitgewisseld konden worden. Zo zien beide klassen hoe een schooldag in een ander land eraan toegaat. Ik mag vanwege privacy redenen alleen de vlog van Suriname met jullie delen. Het is een uitwisselingsproject waar ik ontzettend trots op ben en waar de leerlingen veel van hebben geleerd. Helaas kunnen we door mediaproblemen op school de vlog pas donderdag 20 juni bekijken met de klas. Dit is te laat om de reacties van leerlingen te verwerken in deze blog. Dit vind ik erg jammer, omdat ik zeker weet dat het de leerlingen veel gaat opleveren. Van tevoren heb ik met de Surinaamse en Nederlandse leerlingen besproken wat ze verwachten te zien van de vlog en hoe ze zich het land voorstellen. Er kwamen door Surinaamse leerlingen wisselende reacties op, zoals:
4. Zowel in Nederland als in Suriname heb ik hier nog niet mee te maken gehad. Dit komt ook omdat de leerkrachten hier zelf weinig mee te maken hebben waardoor ze mij hier ook niet bij kunnen betrekken. Mijn ervaringen met internationalisering Vóór deze stage in Suriname heb ik al eerder kennis gemaakt met het onderdeel ‘internationalisering in het PO’, omdat ik een studiereis naar het buitenland heb gemaakt. Ik ben namelijk naar Griekenland gegaan. Hier heb ik veel kennis opgedaan over de cultuur, maar ook over het onderwijs. We hebben op onze laatste dag een basisschool bezocht. Hier mochten we een activiteit uitvoeren in groepjes van vier. De ene groep had een activiteit met Nederlandse taal en wij hadden een muziekactiviteit. We mochten in verschillende klassen de leerlingen een aantal Nederlandse liedjes aanleren. Het was een leerzame reis, omdat ik veel van een andere cultuur heb geleerd en een andere manier van lesgeven heb gezien. Conclusie
Ik ben van mening dat het belangrijk is dat scholen aandacht besteden aan internationalisering. Dit kan door vroeg vreemdetalenonderwijs, (ontwikkelings)projecten of door werkelijk in contact te komen met een klas uit het buitenland. Niet alle scholen hoeven zo groot uit te pakken. Het is ook mogelijk om te beginnen met een kleiner project of lesje. Bibliografie Aarts, R., & Ronde, S. (2006). Tweetalig onderwijs met vervroegd Engels in het basisonderwijs. Geraadpleegd van file:///C:/Users/Sony/AppData/Local/Packages/Microsoft.MicrosoftEdge_8wekyb3d8bbwe/TempState/Downloads/227-447-1-SM%20(1).pdf Encyclo (2019). Internationalisering https://www.encyclo.nl/begrip/internationalisering Goorhuis-Brouwer, S., & de Bot, K. (2010, July 21). SAGE Journals: Your gateway to world-class research journals. Retrieved July 21, 2010, from https://journals.sagepub.com/action/cookieAbsent Nuffic. (2017, oktober 11). Handreiking internationalisering primair onderwijs. Opgehaald van nuffic: https://www.nuffic.nl/publicaties/handreiking-internationalisering-primair-onderwijs/ van Middelkoop, D., & Hogenstijn, M. (2016). Internationalisering in het primair onderwijs. Geraadpleegd van https://www.internationalisering.nl/wp content/uploads/2016/03/Onderzoeksrapport-Internationalisering-in-het-primair-onderwijs-def-160216.pdf
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
|